TOTUS TUUS, MARIA !

DE VIJFTIEN MIJLPALEN VAN DE UNIEKE MACHT,
VERHEVENHEID EN GLORIE VAN DE HEILIGE MAAGD MARIA
ONDER ALLE GESCHAPEN ZIELEN

Onderrichting geschonken door de Heilige Maagd Maria

via Myriam van Nazareth

juli 2024

Op 11 juli 2023 gaf de Heilige Maagd Maria Haar Myriam een Openbaring over de unieke macht en verhevenheid van de Koningin des Hemels, via dewelke Zij wilde aantonen hoe belangrijk het is dat de mensenzielen Haar uitzonderlijke status binnen de Schepping zouden kennen en erkennen, want dat deze kennis en erkenning noodzakelijk zijn om de grondvesting van Gods Rijk op aarde te bespoedigen en de effecten van de werken die de duisternis doorheen de eeuwen in Gods Schepping hebben uitgezaaid, definitief teniet te doen.

Dit komt doordat een Goddelijke Beschikking heeft voorzien dat op het vlak van de onzichtbare werkelijkheid krachten in gang worden gebracht volgens de mate waarin mensenzielen Werken van God erkennen, aanvaarden, en bereid zijn om van harte bij te dragen tot hun concrete verwezenlijking op aarde. Eén van de grootste Werken van God is het Wezen van de Heilige Maagd Maria, Die in het Hart van God is ontworpen als Diegene, Die onder alle geschapen mensenzielen de enige absolute tegenpool van alle duisternis was, is, en eeuwig zal blijven, zoals Jezus Christus in Zijn Goddelijke, niet-geschapen natuur de absolute tegenpool van alle duisternis was, is, en eeuwig zal blijven.

De Heilige Maagd is onder al het geschapene de enige absoluut volmaakte belichaming van de Goddelijke Wet, en precies uit deze unieke status put Zij een onder alle geschapen zielen absoluut unieke macht om de effecten van de Verlossingswerken van de Christus in de Schepping totaal te helpen ontsluiten.

In de dagen in aanloop naar het feest van Lichtmis 2024 schonk de Hemelse Koningin aan Myriam een reeks nachtelijke openbaringen en visioenen, van dewelke Zij de zin en bedoeling definieerde als "een uitbreiding en verdieping van Mijn Speciale Openbaring van juli vorig jaar, om aan de zielen voor te leggen als een omvattend eerbetoon aan Mijn unieke macht, verhevenheid en Glorie, want een dergelijk eerbetoon ontsluit ongeziene krachten in de strijd van het Licht tegen de duisternis in deze wereld, die momenteel zeer zwaar wordt bedreigd door de werken en plannen van krachten die de Werken en Plannen van de Eeuwige Liefde onder de schepselen onwerkzaam en zelfs totaal onzichtbaar trachten te maken. Volgens de maat van het geloof in, de aanvaarding van, en een oprecht eerbetoon aan, de inhoud van de inzichten die ik via jou aan de zielen wil geven, zullen de machten der duisternis in de wereld worden geslagen".

In opdracht en op inspiratie van de Hemelse Meesteres wordt de kern van de inhoud van de voormelde nachtelijke openbaringen en visioenen nu weergegeven in deze onderrichting, die Zij openbaar wil maken met het oog op de maand augustus, die Zijzelf ooit noemde:

"de maand van Mijn grote verheerlijking".

Via Haar Maria Domina Animarum Werk maakt de Meesteres van alle zielen reeds jarenlang op een bijzonder wijze elementen van Haar unieke macht, verhevenheid en Glorie bekend omdat de erkenning, aanvaarding en gerichte concrete gebruikmaking (vanwege de zielen) van deze elementen buitengewoon machtige, onontbeerlijke wapens vormen in de strijd van het Licht tegen de duisternis in de Schepping. Via Haar Maria Domina Animarum Werk wil de Heilige Maagd zoveel mogelijk zielen klaar maken voor een zeer bewuste deelneming aan deze strijd, die moet uitlopen op de definitieve grondvesting van Gods Rijk van volmaakte Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid op aarde. De betekenis van een grootschalige erkenning en aanvaarding van Haar unieke grootheid, rol en positie binnen de ontwikkeling en ontsluiting van Gods Heilsplan kan onmogelijk worden onderschat. Hoe méér mensenzielen dit beseffen én zich totaal en volhardend inzetten om de Hemelse Meesteres de kans te geven om Haar unieke macht ten volle over de duisternis uit te storten, des te sneller kunnen de unieke en eeuwig geldende Verlossingswerken van Jezus Christus hun volle uitwerking krijgen om het Rijk Gods daadwerkelijk te grondvesten.

In de bovenvermelde reeks openbaringen en visioenen uit de dagen voorafgaand aan Lichtmis 2024 verwees de Hemelse Meesteres naar vijftien bijzondere lichtpunten die samen Haar unieke macht ten volle laten stralen, en roept Zij de zielen ertoe op, vooral deze lichtpunten te gedenken en te eren door een vertrouwensvolle overgave in totale dienst aan Haar, omdat dit in Gods ogen de krachtigste uitwerking ontplooit voor de volledige verwezenlijking van Zijn Heilsplan, met de definitieve vernedering en verlamming van de machten der duisternis als bekroning.

De Heilige Maagd wijst er met de allergrootste nadruk op, dat de zielen zich rekenschap moeten geven van het feit dat gedenking van, en eerbetoon aan, de unieke elementen van Haar Wezen in combinatie met gedenking van, en eerbetoon aan, de unieke Werken van de Christus, in zich de macht sluit om alle duisternis in de wereld restloos en definitief aan banden te leggen. Voor God is dit uiterst genadevol omdat het getuigenis aflegt van een groot geloof in Zijn volmaakte Liefde en almacht, en van het feit dat zielen resoluut en onwankelbaar kiezen voor medewerking aan Zijn Werken en Plannen.

Zoals hierboven aangeduid, inspireerde de Koningin van Hemel en aarde in de loop der jaren vanaf 1997 via Myriam reeds talloze verwijzingen naar elementen van de unieke macht, verhevenheid en Glorie met dewelke God Haar als enige onder alle schepselen heeft bekleed. In deze onderrichting schenkt Zij nu de zielen een breed en systematisch overzicht van de grootste componenten ervan, die Zij aanduidt als "vijftien mijlpalen". Zij verbindt elk van deze componenten of mijlpalen telkens met een feestdag (soms met meer dan één). Zo worden zielen ertoe uitgenodigd om op bepaalde dagen in de loop van het jaar speciale aandacht te schenken aan telkens één van de grootste componenten van de macht van de Heilige Maagd Maria, het Grote Teken van God tegen de duisternis, de Vrouw Die als enige onder de geschapen mensenzielen een absoluut vlekkeloze spiegel was en is van de Christus, de Mens geworden Zoon van God Die bovendien uitgerekend uit Haar geboren mocht worden om in een stoffelijk Lichaam de Verlossing van mensenzielen uit de macht van de duisternis te voltrekken.

De vijftien mijlpalen van de unieke macht, verhevenheid en Glorie van de Heilige Maagd Maria onder alle geschapen zielen

De volgorde waarin de Meesteres van alle zielen hier Haar "vijftien mijlpalen" laat opsommen en toelichten, drukt geen maat van groter of kleiner belang uit, noch betreft het een chronologische volgorde volgens het ogenblik van het jaar waarop de ermee in verband staande feestdagen vallen. De volgorde geeft slechts enigszins uitdrukking aan de volgorde waarin de betreffende elementen in het verloop van Gods Heilsplan te voorschijn zijn getreden.


Mijlpaal nr. 1. Maria als de Vrouw

De Heilige Maagd vraagt herdenking van deze hoedanigheid op de laatste zaterdag vóór Haar Onbevlekte Ontvangenis, dit wil zeggen op de zaterdag die voorafgaat aan 8 december. Wanneer 8 december ook zelf op een zaterdag valt, zou Haar gedenkdag als 'de Vrouw' 1 december zijn.

De Heilige Maagd Maria wordt de Vrouw genoemd. Wanneer de Heilige Schrift spreekt over 'de Vrouw', wordt hierdoor naar Haar verwezen.

Op aarde is een vrouwelijk wezen potentieel draagster van leven via het moederschap over nakomelingen. De Vrouw (met hoofdletter) is de volmaakte Draagster van het Goddelijk Leven, zowel door Haar volmaakte heiligheid als in de zin van Draagster van de Goddelijke Verlosser. God drukt hier uit dat Hij Maria heeft voorzien als absoluut uniek onder alle schepselen, als Diegene Die onder al het geschapene de grote sleutelfiguur zou zijn binnen de ontsluiting van Zijn Heilsplan.

Aangezien God de mensenziel heeft geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, is het Goddelijk Leven eigenlijk het vermogen dat de mensenziel in staat stelt om te leven 'zoals God Zelf leeft', met andere woorden vanuit innerlijke gesteldheden die haar daadwerkelijk op God doen lijken. Het Goddelijk Leven is in feite het Ware Leven van de ziel zoals God het in de ziel heeft voorzien, op basis van de onophoudelijke ingevingen van de Heilige Geest, met een fijngevoeligheid die de ziel ertoe in staat stelt om datgene wat juist is en de enige volle Waarheid van de Goddelijke Mysteries, steeds dieper te doorschouwen, zodat de ziel als het ware volledig en uitsluitend door de Wil van God wordt bewogen, en zij al haar beslissingen treft op grond van deze beleving.

Het Goddelijk Leven is de toestand van innerlijk leven waarbij de ziel in alles voelt, denkt en beschouwt met het hart gericht op God en Zijn Werken en belangen. Het is het volledig uitstijgen boven de wereldse beleving, het veel verder leren zien dan wat de zintuigen over de werkelijkheid onthullen. Maria gold van meet af aan als de volmaakte Draagster van het Goddelijk Leven. Precies om deze reden is Zij eeuwigdurend 'de Vrouw' als groot symbool voor de Draagster bij uitstek van het Goddelijk Leven en Diegene Die volkomen in staat is om het Goddelijk Leven te helpen baren in elke ziel die zich volkomen aan Haar overgeeft om via Haar een trouwe navolger van de gesteldheden van de Christus te worden.

Zoals eerder vermeld, voorzag God Maria als de grote sleutelfiguur onder alle geschapen mensenzielen om Zijn Heilsplan te helpen ontsluiten. Het begrip 'sleutelfiguur' moeten wij ons hier als volgt voorstellen:

  • het slot is Gods Heilsplan voor de hele Schepping;
  • de sleutel werd in de Schepping gebracht in de gedaante van de Christus en Zijn Verlossingswerken;
  • aan de Vrouw is de macht gegeven om de sleutel in het slot om te draaien;
  • de olie om het slot gesmeerd te laten functioneren, wordt door Gods Voorzienigheid en Genaden ter beschikking gesteld aan de mensenzielen, en moet door deze laatsten actief in het slot worden aangebracht door een spontane en oprechte beleving van het Geloof, de Ware Liefde en de Hoop;
  • de kwaliteit van de olie moet in stand worden gehouden door actieve medewerking vanwege de mensenzielen met Gods Werken en Plannen. Eén van de krachtigste vormen van deze medewerking ligt in de totale, onvoorwaardelijke en levenslange toewijding aan de Heilige Maagd Maria, waardoor zielen hun hele wezen en hun hele leven in totale dienst stellen van de verwezenlijking van de eeuwigdurende Missie van de Vrouw.

De Vrouw is tevens de absolute tegenpool van de eerste vrouw op aarde (Eva). Eva was als eerste menselijke vrouw in feite de koningin van de Schepping, diegene die was bedoeld als de vrouwelijke vertegenwoordigster van God in Zijn stoffelijke Schepping. Eva liet zich door de satan van haar troon stoten door haar eigen wezen als spiegel van Gods Tegenwoordigheid te ontwaardigen door de eerste zonde te bedrijven. De Vrouw (Maria) was Diegene Die de effecten van de eerste zonde vanwege de vrouw (Eva) definitief zou breken: De satan had de eerste vrouw (Eva) overwonnen, de Vrouw (Maria) zal uiteindelijk de satan en de effecten van zijn werken van duisternis in de Schepping definitief breken, en wel via Haar sleutelrol in de ontsluiting van de effecten van de Verlossingswerken van Haar Goddelijke Zoon Jezus Christus. Daarbij zullen de Werken die Zij als geschapen vertegenwoordigster van de geschapen mensenzielen heeft volbracht, de ontsluiting van de totale bruiloft van de zielen met de Verlosser en Zijn Werken mogelijk maken.

De totale en definitieve Triomf van de Vrouw over de satan en de effecten van al zijn werken en plannen zal de poort openen naar de definitieve troonsbestijging van de Christus in de Schepping en aldus de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Hier zien wij ten volle de uitdrukking van het beeld van Maria met de voet op de slang: De Heilige Maagd Maria Die in de voltooiing van de Tijd alle werken der duisternis van hun effecten berooft, nadat voldoende mensenzielen door totale en onvoorwaardelijke toewijding van hun hele wezen en hun hele leven aan Haar, jegens God te kennen hebben gegeven dat zij Zijn Meesterwerk van heiligheid, Licht en Liefde (Maria) erkennen in de volheid van Haar macht over de duisternis tot voltooiing van Zijn Werken van Liefde.

De Koningin van Hemel en aarde heeft de satan steeds volmaakt beheerst, vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis via Haar volmaakt zondeloos leven naar het uur toe, waarin de satan zichtbaar onder Haar voet voor de hele Schepping zal belijden dat Zij hem voor altijd heeft overwonnen. In dat uur wordt Zij de Vrouw Die door Haar volkomen Triomf over de duisternis de Poort van Gods Rijk op aarde zal openen, met de satan (en alle werken en plannen van de duisternis en alle effecten ervan) onder Haar voeten en de verdiensten van de Verlossingswerken van Jezus Christus als de gouden sleutel in Haar hand.


Mijlpaal nr. 2. Maria als de Onbevlekte Ontvangenis

De hoedanigheid van Maria als de Onbevlekte Ontvangenis wordt, zoals bekend, herdacht op 8 december.

Als de Onbevlekte Ontvangenis is Maria onder al het geschapene, en voor zover dit ook maar enigszins kan worden gezegd voor een geschapen wezen, de volmaakte spiegel van het Wezen van God, in de zin van een 'belichaming' van de volmaakte zuiverheid. Het begrip 'zuiverheid' in de spirituele betekenis drukt de mate uit waarin een wezen Gods eigenschappen weet te weerspiegelen. Wanneer wij de ziel beschouwen als een spiegel die het Licht van God opvangt, is 'zuiverheid' de maat waarin deze spiegel dit Goddelijk Licht volkomen onvervalst en onverminderd kan weerkaatsen, zonder enige storing vanwege spatten of vlekken. Als absoluut volmaakte spiegel voor het Licht van Gods Liefde wordt de Heilige Maagd de Koningin van de zuiverheid genoemd.

De Onbevlekte Ontvangenis is de hoedanigheid door dewelke de ziel van Maria als enige onder alle mensenzielen niet werd getekend met het litteken van de erfzonde, die de uitdrukking was van de eerste overtreding tegen de Goddelijke Wet van de Ware Liefde. De erfzonde was de zonde van de ongehoorzaamheid jegens een Goddelijk voorschrift. Gehoorzaamheid is één van de deugden, dit wil zeggen één van de takken aan de boom van de Liefde. Ongehoorzaamheid zou men daarom kunnen beschouwen als het afbreken van een tak van de boom van de Liefde, die in de ware zin van het woord de boom van het Goddelijk Leven in de ziel is. Door het afbreken van een tak wordt een boom geschonden. Wanneer de betreffende boom de boom van het Goddelijk Leven in de ziel is, betekent dit meteen een schending van de integriteit van het Goddelijk Leven.

Een ziel in dewelke het Goddelijk Leven wordt geschonden door eigen keuze, namelijk door een zonde (die steeds gelijk staat met een vrijwillige keuze voor het volgen van een inspiratie vanwege de duisternis), is geen volkomen spiegel meer van Gods Wezen, dit wil zeggen geen spiegel meer van de kenmerken van Gods gesteldheden (volmaakte Liefde in al haar componenten – alle deugden).

De ziel van Maria moest onbevlekt ontvangen worden omdat God voorzag dat Zij in staat moest zijn om Zijn Zoon, de Goddelijke Christus, te dragen en uit Zich te baren voor een leven als 'God in mensengedaante', dus als 'Godheid in een stoffelijk Lichaam'. De God-Mens kon en mocht in geen enkel geval versmelten met een wezen dat in haar ziel een geschonden boom van het Goddelijk Leven droeg: Een ziel die draagster was van een geschonden boom van het Goddelijk Leven, zou onverenigbaar zijn geweest met de Godheid en derhalve geen Tabernakel kunnen zijn in hetwelk de Godheid moest worden gedragen om in een stoffelijk Lichaam ter aarde te worden gebracht.

De Onbevlekte Ontvangenis heeft Maria bekleed met een absoluut unieke macht, verhevenheid en Glorie, precies vanwege het feit dat deze hoedanigheid Haar innige versmelting met de Goddelijke Christus mogelijk maakte. De Onbevlekte Ontvangenis vormt bovendien een immense aanstoot voor de duisternis, omdat deze hoedanigheid volmaakt uitdrukt dat een mensenziel een volkomen vlekkeloos spiegelbeeld van de gesteldheden van God Zelf kon zijn, en omdat deze hoedanigheid tevens symbool stond voor een neutralisering van de uitwerkingen van de macht van de satan over de mensenzielen.

De Vrouw werd door Haar Onbevlekte Ontvangenis aan de satan getoond als een Wezen dat hem restloos en eeuwigdurend had overwonnen, een wezen dat aan de uitwerkingen van zijn macht was onttrokken en dat hierdoor Zelf een grenzeloze macht over hem verwierf.


Mijlpaal nr. 3. Geboorte van Maria

De geboorte van de Heilige Maagd Maria wordt herdacht op 8 september.

In het uur waarin de onbevlekt ontvangen ziel van de Heilige Maagd haar leven in een stoffelijk lichaam begon, werden de regionen der duisternis door bliksem en donder getroffen. Dit beeld staat symbool voor de grote opschudding die werd veroorzaakt in de satan en zijn gevolg. De Heilige Maagd verklaarde ooit dat de ware hoedanigheid van Haar Wezen lange tijd voor de duivels verborgen is gehouden, doch dat deze laatsten niettemin van meet af aan werden getroffen door de diepste verwarring over het feit dat van deze ziel een ongewoon krachtig Licht uitging.

God had Maria voorbereid op de uitzonderlijke levensopdracht als Moeder van de Mens geworden Zoon van God, en had Haar ziel daarom het unieke voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis geschonken. Toen deze uniek heilige ziel haar aardse reis begon bij de geboorte van Maria als stoffelijk wezen, kon zij het buitengewoon krachtige Licht dat in haar werd ontwikkeld, over de wereld beginnen uitstralen. Geen mens kon dit zien met de ogen van zijn lichaam. De engelen en de duivels daarentegen, konden dit Licht waarnemen. Vanaf dat ogenblik was de Heilige Maagd een bolwerk van macht. De engelen herkenden in Haar Diegene Die was voorbestemd om de Zoon van God als Mens ter wereld te brengen, en de duivels moesten Haar ervaren als een kanaal van macht die rechtstreeks vanuit het Wezen van God door Haar heen straalde en die elke kracht van duisternis leek te verlammen.

Maria verklaarde ooit aan Myriam dat Zij Zich van Haar unieke macht weliswaar bewust was, en dat Zij hiervan ook de tekenen kon vaststellen wanneer Zij op het niet-zichtbare niveau 'contact had' met engelen (die zich voor Haar op de knieën wierpen, wat echter geen mens op aarde kon zien) alsook met duivels (die volkomen aan Haar Wil onderworpen bleken te zijn, zodat Zij hen onwerkzaam kon maken telkens Zij dit wilde). Zij heeft van deze macht zelden gebruik gemaakt, omdat Zij jegens God de gelofte had afgelegd dat Zij alle beproevingen van het leven op aarde wilde ervaren zoals elk schepsel, zonder de concrete invloeden van Haar macht door dewelke Zij dit had kunnen verhinderen. Onder meer in de teksten die onder deze onderrichting worden aangehaald, wordt naar dit alles verwezen.

De macht van het Goddelijk Licht was echter vanaf de dag van Maria’s geboorte ten volle in Haar aanwezig, en stond als een onzichtbaar schild tussen Haar en de krachten der duisternis. Op grond van Haar eigen verzoek aan God was dit schild echter niet automatisch ondoordringbaar, doch maakte Zij het permanent ondoordringbaar door een volhardend gebruik van Haar Wil tegen elke toegeving aan bekoringen vanwege de duisternis. De Hemelse Koningin verklaarde ooit aan Myriam dat Zij bij elke bekoring de betreffende duivel actief op de knieën beval met de woorden "In de Naam en tot verheerlijking van de God van Israël beveel Ik je: Kniel!". Zij toonde mij meermaals hoe elke duivel dit bevel ogenblikkelijk gehoorzaamde, omdat hij geen enkele weerstand kon bieden aan om het even welke uiting van Maria’s macht.


Mijlpaal nr. 4. De Naam Maria, respectievelijk Myriam

De Naam van Maria wordt herdacht op 12 september.

De Hemelse Koningin wees reeds bij herhaling op de immense macht die God heeft verborgen in de Naam die Haar bij Haar geboorte werd gegeven. Zij werd Maria genoemd (in Haar moedertaal, het Aramees, was dit 'Myriam' of 'Mirjam'). De Naam 'Myriam' (Maria) werd aan Haar gegeven op een rechtstreekse inspiratie vanuit het Hart van God. De Allerhoogste verborg in deze Naam iets van het ware wezen van deze unieke mensenziel, want de diepe betekenis van de Naam 'Myriam' (Maria) was 'oceaan van Goddelijke macht, van heiligheid, rijkdom, glorie en verhevenheid'.

De Allerhoogste drukte hierin op onmiskenbare wijze uit, dat Hij met dit Wezen een Plan van een unieke grootheid koesterde: Zij zou een Tabernakel zijn, een levend heiligdom dat als het ware werd verzegeld door een Naam die de koninklijke, zelfs Goddelijke waardigheid zou uitdrukken van de inhoud van het Tabernakel: een kiem van absoluut volmaakte heiligheid die waardig werd gekeurd om gedurende negen maanden de kiem van de God-Mens in Zich te sluiten en na deze negen maanden met de Goddelijke Vrucht ervan in menselijke gedaante volkomen één te blijven op een niveau dat geen ogen van vlees ooit zouden kunnen waarnemen.

De Naam 'Myriam' of 'Maria' vervult de duisternis met de grootste vrees. De Heilige Maagd beklemtoont jegens Haar Myriam reeds jarenlang dat een eerbiedig en vertrouwensvol gebruik van Haar Naam de macht kan ontwikkelen om de werken en plannen der duisternis in de wereld aan banden te leggen, en dat daarom nooit zou mogen worden verzuimd om, naast de Goddelijke Naam van Jezus Christus, eveneens Haar te aanroepen in elke strijd tegen het kwaad, in elk exorcisme, in elke smeking om bevrijding van zielen, alsook als machtig wapen tegen de verwoestende uitwerkingen van de talloze pogingen van de satan om via mensenzielen leed, ellende, chaos en ongeluk in de wereld tot bloei te brengen.

De Heilige Maagd beklemtoonde ooit jegens Myriam dat geen enkele duistere kracht staande kan blijven wanneer een ziel die door een dergelijke kracht wordt aangevallen, rustig en vol vertrouwen Haar Naam begint uit te spreken ("Maria – Maria – Maria...") of met overtuiging woorden spreekt in de volgende zin: "Heilige Maagd Maria, Meesteres van mijn wezen, wil mij, Uw bezit en eigendom, beschermen tegen deze kracht die aan God vijandig is".


Mijlpaal nr. 5. Opdracht van Maria als kind in de tempel

De Opdracht van het Kind Maria in de tempel wordt herdacht op 21 november.

De kleine Maria werd reeds op de leeftijd van drie jaar aan de tempel afgestaan voor een periode van een aantal dienstjaren. Weliswaar waren het Haar heilige ouders die Haar aan de tempel afstonden, doch voor God gold Haar intrede in de dienst als tempelmaagd ten volle als een verdienste van Licht voor Maria Zelf, omdat Zij ondanks Haar zeer prille leeftijd toen reeds intens verlangde om in de tempel te dienen.

Maria diende gedurende circa twaalf jaar in de tempel. Haar dienst was oneindig veel méér dan een reeks menselijke handelingen: De immense kracht die ervan uitging, was gebaseerd op het feit dat Haar Wil volkomen bewust was afgestemd op het leveren van ononderbroken bijdragen tot de vervulling van Gods Werken. Maria’s hele gedrag en al Haar hartsgesteldheden werden spontaan en bewust gedreven door een alles beheersend verlangen naar totale toewijding van Haar hele Wezen en elk detail van Haar leven aan God, Die Zij boven alles wilde dienen omdat Zij van nature voelde dat Gods Schepping slechts waarlijk kon bloeien en slechts waarlijk het Wezen van haar Schepper en Zijn volmaakte Liefde kan uitstralen in de mate waarin mensenzielen zich totaal en onvoorwaardelijk in Zijn dienst stellen.

Maria’s vrijwillige intrede in de tempel, reeds als heel klein meisje, is daarom een volmaakt symbool voor totale toewijding, en werd tot één van de grote mijlpalen in de ontwikkeling van Haar unieke macht over de duisternis. De satan voelde dit, en moest ervaren hoe zwaar zijn plannen werden geteisterd door dit jonge meisje dat als eerste en enige mensenziel in de geschiedenis van de Schepping een totale macht over hem bleek te bezitten. In enkele van de teksten naar dewelke onder deze onderrichting wordt verwezen, staan voorbeelden verwerkt van de unieke macht die de jonge Maria in de tempel over de duivels uitoefende.

Maria’s intrede in de tempel is tevens een symbool voor levenslange totale toewijding aan God. Zij leefde reeds als heel klein meisje met de intentie om Haar hele leven door te brengen in de tempel, ver weg van het gewone wereldse leven en in uitsluitende dienst aan God. Gods Voorzienigheid beschikte anders, doch ook na Haar dienstjaren als tempelmaagd bleef Zij elk detail van Haar leven uitsluitend in dienst van Gods Werken stellen, en bleef Haar Hart zeer ver van al het wereldse verwijderd. Elke wereldse handeling die Zij niettemin in het kader van Haar dagelijks leven noodgedwongen moest stellen, verhief Zij onmiddellijk naar een louter spiritueel niveau, net zoals Zij dit tijdens Haar jaren in de tempel had gedaan. Zij deed niets 'zo maar', in Haar Hart deed Zij alles steeds als een rechtstreekse dienst aan God.

Opmerkelijk is evenzeer het feit dat, telkens Maria Haar macht over de duivels liet gelden, Zij dit steeds deed in het verborgene (zonder enige menselijke getuige), en dat Zij dus in geen enkel geval eer zocht voor zichzelf, op een gelijkaardige wijze als Jezus op aarde geen eigen eer zocht ondanks de immense tekenen van macht die Hij over de duisternis liet blijken. Evenals Jezus overwon ook Maria de satan telkens onder meer door de immense macht van de nederigheid als absolute tegenpool van de hoogmoed en zelfverheffing die het de satan, toe hij nog 'Lucifer' heette, onmogelijk maakten om in de Hemel, het Paradijs van de volmaakte Eeuwige Liefde, te blijven leven.


Mijlpaal nr. 6. Boodschap van de Aartsengel aan Maria

Deze mijlpaal wordt herdacht op 25 maart.

Gods Voorzienigheid beschikte dat Maria op zekere dag, na een twaalftal jaren ononderbroken dienst, de tempel zou verlaten. Zijzelf betreurde aanvankelijk die dag, omdat Zij intens had verlangd om levenslang tempelmaagd te kunnen blijven en een leven van uitsluitende dienst aan God te kunnen leiden, weg van het leven in de wereld op de gebruikelijke wijze. God zou Haar daadwerkelijk inzetten voor een uitsluitende dienst aan Zijn Plannen en Werken, doch op een wijze die slechts één maal in de geschiedenis mogelijk zou zijn, en waarvan Zijzelf op dat ogenblik nog geen kennis had gekregen.

Korte tijd nadat Maria de tempel had verlaten, werd Zij bezocht door de boodschapper van God, de heilige Aartsengel Gabriël. Zes maanden eerder had deze zelfde Hemelse boodschapper reeds de geboorte aangekondigd van Johannes de Doper, die de rechtstreekse wegbereider moest worden voor de Missie van de Christus op aarde. Nu kwam de Aartsengel aan Maria de boodschap brengen dat God had voorzien dat de Christus uit Haar geboren zou worden, op voorwaarde dat Zij Zich uitdrukkelijk daarmee akkoord verklaarde.

God gaf in dat uur aan de jonge Maria de macht om het verloop van Zijn Heilsplan te helpen bepalen. God had Haar weliswaar het eenmalige voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis geschonken voor het geval waarin Zij jegens Zijn boodschapper Haar ja-woord zou geven om de Moeder van de Christus op aarde te worden, doch Zij kon niettemin in volle vrijheid beschikken om dit voorrecht 'onbenut te laten' door het moederschap over de God-Mens niet te aanvaarden.

Maria was in Haar Hart zo totaal ingesteld op de vervulling van Gods Plannen en Werken, op de vervulling van de profetie over de komst van de Messias die reeds door de profeet Jesaja was verkondigd en die Zij zo intens in Haar Hart koesterde, dat Zij zonder aarzeling het hoofd boog en sprak "Zie de dienstmaagd des Heren, Mij geschiede naar Uw woord". Na deze woorden werd door de Heilige Geest de kiem van de God-Mens Jezus Christus in het volmaakt heilige Tabernakel van Haar moederschoot ingestort. Maria werd hier meteen de Bruid van de Heilige Geest. Deze hoedanigheid zou tevens de basis worden voor Haar hoedanigheid als de Zetel van Wijsheid.

De Heilige Maagd duidt deze mijlpaal aan als de dag van de bruiloft van Haar Wil met de Wil van God, en wijst erop dat precies deze versmelting, het ultieme teken van de eenheid van Haar Wil met de Wil van God Zelf, Haar macht en verhevenheid absoluut uniek hebben gemaakt. De Wil van God is de bron van Zijn almacht. Naarmate een mensenziel haar vrije wil méér één maakt met de Wil van God (dit wil zeggen: naarmate zij in haar verlangens en bestrevingen niet in het geringste meer afwijkt van de verlangens en bestrevingen van God Zelf) krijgt deze ziel deel aan de uitwerkingen van Gods macht. Geen enkele mensenziel is ooit zo totaal één van wil met God geweest als Maria.

In het uur van Haar ja-woord werd Maria’s Lichaam, dat reeds een volmaakt heilig Tabernakel was, het Tabernakel voor de God-Mens, en werd Zij voor eeuwig de Heilige Maagd. Door de Aanwezigheid van de kiem van de Goddelijke Messias in Haar Moederschoot werd Maria nu méér dan ooit een bolwerk van machtig Goddelijk Licht. Zoals Zij op zekere dag aan Myriam zou verklaren, was de satan hierover zwaar in verwarring. Hem was de oorsprong van dit ongewone Licht niet bekend, en hij begreep niet waar deze vrouw, die geen enkele roem of eer zocht doch integendeel in geen enkel geval wilde opvallen, een zielsgesteldheid vandaan haalde, waardoor Zij het Licht van God volkomen onverminderd bleek te kunnen doorstralen.


Mijlpaal nr. 7. Moederschap van Maria over de God-Mens Jezus Christus

In feite wordt deze mijlpaal op drie verschillende dagen herdacht:

  • op 25 december, Kerstmis, de dag van de Geboorte van de Christus in mensengedaante voor het begin van Zijn Missie als de Messias en Verlosser op aarde;
  • op 1 januari (nieuwjaarsdag, precies een week na de geboorte van de Christus);
  • op de zaterdag volgend op de feestdag van Christus-Koning, met andere woorden op de dag vóór de eerste zondag van de Advent: In 2021 riep de Meesteres van alle zielen er via Myriam toe op, om op die dag Haar hoedanigheid als de Koningin-Moeder (de Moeder van de Koning van de zielen) te gedenken: zie Oproep Koningin-Moeder.

De Meesteres van alle zielen wijst op de machtige symbolische betekenis van het feit dat deze mijlpaal in feite drie gedenkdagen heeft: De dag waarop Zij de Christus baarde voor het begin van Zijn unieke Missie als de Messias op aarde, was voor Haar hele Wezen als een onverbreekbaar eeuwigdurend zegel op Haar unieke macht als geschapen mensenziel. Haar moederschap over Jezus Christus leverde het absoluut hoogste bewijs voor Haar uitverkiezing tot versmelting met de Godheid in de hoogste mate die voor een geschapen ziel ooit mogelijk zou zijn.

Maria putte een grote component van Haar unieke macht over de duisternis uit Haar hoedanigheid als Diegene Die de Christus, de Goddelijke Verlosser, in staat heeft gesteld om Zijn unieke Levensmissie te volbrengen, namelijk de opdracht om de mensenzielen van goede wil (dit wil zeggen: de mensenzielen die spontaan en oprecht bereid zijn om hun vrije wil totaal in dienst te stellen van de vervulling van Gods Wil) vrij te kopen uit de eeuwigdurende gevolgen van de erfzonde.

Dit 'vrijkopen' moest gebeuren door in een menselijk lichaam beproevingen te doorstaan die alomvattend zijn én die bovendien worden gedragen in een hartsgesteldheid die totaal is afgestemd op de ontsluiting van Gods Heilsplan voor de zielen, namelijk een gesteldheid van volmaakte, zelfverloochenende Liefde in combinatie met een alles beheersend verlangen dat Gods Heilsplan totaal vervuld zou worden. Om dit te kunnen doen, had de Christus een stoffelijk lichaam nodig. Dit lichaam moest in het lichaam van een vrouwelijk menselijk wezen kunnen groeien uit de kiem die door God Zelf in dit vrouwelijk wezen moest worden uitgestort. Dit vrouwelijk wezen zou Maria zijn, die volkomen ongedwongen uit Haar eigen vrije wil instemde met Gods vraag of Zij bereid was om de Moeder van Zijn Zoon als God-Mens te worden.

Om op een spiritueel volmaakt vruchtbare wijze Haar eigen vrije wil volledig met de Wil van God te kunnen laten versmelten, moest Maria een voldoende grote kennis en begrip krijgen van wat Haar Goddelijk Moederschap zou betekenen. Deze kennis en dit begrip werden in Haar Hart uitgestort. Zij besefte hierdoor ten volle dat Zij Moeder van de enige Goddelijke Messias zou worden, en dat deze eenheid met de Messias automatisch een ongeëvenaard lijden voor Haarzelf met zich mee zou brengen. Haar ja-woord was derhalve een volmaakt bewijs voor het feit dat Haar Liefde tot Gods Heilsplan, tot Zijn Werken en tot de hele Schepping en alle schepselen van alle tijden groter waren dan enig gevoel van eigenbelang of enige vrees voor eigen kruisen en beproevingen. Deze resolute onvoorwaardelijke keuze ten bate van God en de hele Schepping boven enig eigenbelang leverde Maria de zoveelste verzegeling van Haar unieke macht op.


Mijlpaal nr. 8. Opdracht van het Jezuskind in de tempel

Deze mijlpaal wordt herdacht op 2 februari.

Veertig dagen nadat Maria de Christus had gebaard voor Zijn Missie als de Messias in een menselijk lichaam op aarde, droeg Zij in het gezelschap van de Heilige Jozef de kleine Jezus in de tempel te Jeruzalem aan God op. Via de mond van de oude Simeon legde de Heilige Geest hier getuigenis af van Maria als de Moeder van het Licht (de Christus, het Licht der wereld, het Licht van God dat in de wereld moest komen om de macht van de duisternis te breken én de zielen een voorbeeld te stellen voor de gesteldheid van hart via dewelke zijzelf moesten kunnen meewerken om de duisternis in Gods Schepping geen kans meer te geven).

Door de opdracht van de kleine Jezus in de tempel vertoonde Maria Zich tevens als de Brug tussen Hemel en aarde: Zij stelde de handeling als een machtig symbool voor het feit dat de mensenzielen hun werken aan God moeten opdragen om van hun hele leven, hun hele doen en laten en hun hartsgesteldheden een permanente brug tussen het aardse en het Hemelse te maken. De kleine Christus wordt in de tempel aan God opgedragen als symbool voor de heiliging van de unieke Werken die Hij gedurende Zijn leven op aarde zal volbrengen, en de tempel staat hierbij tevens symbool voor het geheel van de mensenzielen, zodat de Christus hier via de handen en het Hart van Maria als het ware in de mensenzielen (in innige eenheid met het menselijk wezen) bruiloft sluit met de Schepper.

Maria was Zich op dat ogenblik reeds ten volle bewust van Haar functie en rol als de Moeder van de Messias. Niettemin liet God Haar dit op die dag, en in Zijn tempel (de plaats van contact tussen de zielen en God) tevens bevestigen via een mensenmond: De oude Simeon duidde hier het Jezuskind aan als de Messias en Verlosser, en sprak letterlijk uit dat het Hart van de Moeder Zelf door een zwaard van smarten doorboord zou worden. In wezen bevestigde Simeon hier dat Maria ten volle deel zou krijgen aan de kruisen en beproevingen die deel zouden uitmaken van het leven van de Messias op aarde, en dat Zij aldus volkomen één met de Messias en Verlosser en met Zijn unieke Werken zou zijn.

Het is alsof God hier nogmaals de standvastigheid van Maria’s keuze voor zelfverloochening ten bate van Zijn Heilsplan op de proef wilde stellen door Haar Hart te peilen terwijl Zij Haar levenslot hoorde schetsen door een mensenmond in plaats van 'louter' via een instorting door Hemzelf in Haar Hart. De Hemelse Meesteres verklaarde ooit aan Myriam dat de woorden van Simeon in Haar twee onmiddellijk op elkaar volgende reacties met zich mee brachten:

  • ten eerste de schok van de levendige ervaring van een intense zielenpijn over het besef dat Haar Goddelijk Kind in Zijn hoedanigheid van Koning van de volmaakte Liefde een onvoorstelbaar leed zou worden aangedaan vanuit de harten van mensenzielen van alle tijden die ontelbare malen de Wet van de Liefde hadden overtreden en nog zouden overtreden;
  • ten tweede, onmiddellijk daarna, een roep vanuit Haar Hart naar God toe: "Ja, o geliefde Eeuwige Vader, voor U, voor al Uw Werken van onvolprezen volmaakte Liefde, en voor alle schepselen van alle tijden, wil Ik dit met Uw kracht, Uw genade en Uw ondersteuning volbrengen, samen met en in volle dienst aan Uw Zoon, Die U onder de hoede van Mijn onwaardigheid hebt gesteld".

De gesteldheden vanuit dewelke Maria de kleine Jezus in de tempel opdroeg, hebben bijgedragen tot een verdere bevestiging en versteviging van de macht van Maria over de duisternis.

De Meesteres van alle zielen laat er tevens aan herinneren dat Zij er in oktober 2018 heeft toe opgeroepen dat de zielen Haar voortaan op 31 oktober, de dag voorafgaand aan Allerheiligen, zouden gedenken in de hoedanigheid van Koningin van het Goddelijk Licht. Zij deed dit in het kader van Haar Oproep 31 oktober. In de voormelde oproep maakt de Heilige Maagd duidelijk dat Zij op die dag ten volle wil optreden in uitoefening van de Haar door God geschonken machtspositie ten aanzien van de duisternis, omdat Zij betracht, de zielen op die dag op speciale wijze te begeleiden in hun oprechte pogingen tot ontdekking van de diepten van hun eigen innerlijk leven, teneinde via een oprechte bezinning dieper door te dringen in datgene, wat hen het meest vatbaar maakt voor inspiraties vanwege de duisternis, en in datgene, wat de zielenbodem vruchtbaar maakt voor het zaad van bekoring en misleiding. Zij ziet Haar hoedanigheid als Koningin van het Goddelijk Licht derhalve als een soort concrete ontsluiting van de hoedanigheid als Moeder van het Licht. Het is trouwens een hoedanigheid die Zij bekend heeft gemaakt vanuit de Hemelse Heerlijkheid, waar Zij de gekroonde Koningin is (in tegenstelling tot de dag waarop Zij de kleine Jezus in de tempel opdroeg terwijl Zij nog niet de officieel door God gekroonde Koningin was).


Mijlpaal nr. 9. Vlucht met het Jezuskind naar Egypte

De Meesteres van alle zielen vroeg ooit via Myriam dat deze gebeurtenis zou worden herdacht op 3 februari, omdat Zij samen met de Heilige Jozef meteen na de opdracht van de kleine Jezus in de tempel (herdacht op 2 februari) met Hem vluchtte naar Egypte om Hem te onttrekken aan de bedreiging vanwege koning Herodes.

Koning Herodes symboliseerde de satan, de duisternis die alles in het werk stelt om de Christus uit te schakelen en Zijn Werken onmogelijk te maken. Om deze reden verklaart de Heilige Maagd Haar hoedanigheid in het kader van het diepe wezen van de Vlucht naar Egypte als de mensenziel die volmaakt zondeloos is: Haar Liefde voor de Christus, voor Zijn Werken van Verlossing en Liefde en voor Gods Heilsplan was zo totaal dat Zij Haar hele leven in dienst stelde van de bescherming van de Missie van de Messias. Zij trotseerde de zware beproevingen van de reis doorheen de woestijn naar Egypte met de bedoeling, de Christus buiten het bereik van de werktuigen van de satan te brengen. Dit is totale zelfverloochening vanuit het alles beheersend verlangen dat de Eeuwige Liefde haar unieke Missie zou kunnen vervullen.

Volmaakte zondeloosheid levert het ultieme bewijs voor een absolute volmaaktheid in de beleving van de Liefde. Zeer veel zonden (indien al niet alle) worden bedreven omdat zij de zelfzucht dienen. De Heilige Maagd is precies vanwege Haar onovertroffen zelfverloochenende Liefde voor Zijn Werken en Plannen bekleed met een macht die onder alle mensenzielen van alle tijden onovertroffen was en steeds onovertroffen zal blijven. De Vlucht naar Egypte levert hier een duidelijk bewijs, omdat deze onderneming niet zonder risico’s voor Maria’s eigen leven was, en – zoals de Hemelse Meesteres aan Myriam zou verklaren – vervuld was van zware beproevingen en ontberingen. Dit alles, en het bewustzijn ervan, weerhield Maria er niet van om uitsluitend aan de veiligheid en de Levensmissie van de Messias te denken, en er resoluut naar te handelen.

Volmaakte zondeloosheid in combinatie met Haar totale zelfverloochening met de bedoeling, de Christus en Zijn Werken veilig te helpen stellen tegen de boosaardige invloeden van de satan en zijn werktuigen, hebben Maria een onvergelijkbare macht verleend, die Zij rechtstreeks uit het Hart van God heeft geput.


Mijlpaal nr. 10. Terugvinding van Jezus in de Tempel

Nadat Maria en Jozef met de twaalfjarige Jezus in Jeruzalem het joodse Paasfeest hadden gevierd, stelden Zij vast dat Jezus te Jeruzalem was achtergebleven, en op de derde dag na het feest vonden Zij Hem in de tempel terug. Om deze reden vraagt de Hemelse Koningin dat dit gebeuren drie dagen na Pasen zou worden herdacht.

De Heilige Maagd was bij uitstek de mensenziel die Haar hele leven in dienst had gesteld van Gods Werken en die in Haar leven geen enkele andere zin en doel zag dan deze: in alles totaal op de Christus gericht te leven. Desondanks beschuldigde Zij Zichzelf ervan, Jezus drie dagen lang uit het oog te zijn verloren. Zij ging ervan uit dat Zij jegens God gefaald had. Niettemin staat Zij hier integendeel symbool voor een totale, zelfverloochenende gerichtheid op de Christus en op Gods Plannen, Diegene Die Gods Werken en Plannen als de enige uiteindelijke zin van Haar leven beschouwt.

Zij keerde met Jozef naar Jeruzalem terug om Jezus te zoeken, en leverde daardoor een compensatie voor de talloze zielen die de Christus in hun leven verliezen, Hem en Zijn Leer en Werken verloochenen, hun roeping als werktuigen van Gods Werken verwaarlozen en niet eens merken dat de Christus niet (meer) in het middelpunt van hun leven staat. In werkelijkheid leefde in het middelpunt van Maria’s Hart niets anders dan de vervulling van Gods Plannen en Werken, via een totale dienst aan de Missie van de Messias. In de zoektocht naar de twaalfjarige Jezus te Jeruzalem stelde Maria echter een voorbeeld voor de talloze christenen van alle tijden die op zeker ogenblik (bij velen zelfs meermaals of vrijwel levenslang!) hun roeping als volgelingen van de gesteldheden en de opdracht van de Christus zouden verwaarlozen en zich weinig of geen moeite zouden getroosten om Hem in de tempel van hun hart terug te vinden en voortaan hun inspanningen, de hele inzet van hun leven, helemaal op Christus te richten en de beleving van de christelijke waarden geen ogenblik meer te verwaarlozen.

Dit zelfverloochenende zoeken naar de Christus om opnieuw te kunnen waken over de uitvoering van Zijn Werken, en Haar betrachting om aan te tonen hoe essentieel het is om de Werken van de Christus tot ware doel en zin van het leven te maken, hebben het in Gods ogen gerechtvaardigd om aan Haar macht geen enkele grens te stellen. De ziel die in alle situaties van haar leven de ogen op de Christus, Zijn gesteldheden en de vervulling en ontsluiting van Zijn Werken gevestigd houdt, levert een immens tegengewicht voor de werken en plannen van de duisternis.


Mijlpaal nr. 11. Maria als Middelares

Nadat Jezus Zich in de Jordaan door Johannes de Doper had laten dopen, trok Hij zich veertig dagen lang in de woestijn terug om Zijn Openbaar Leven voor te bereiden in een atmosfeer die ver van al het wereldse was verwijderd en die uitnodigt tot een volledige ontlediging van geest en hart van alle zintuiglijke indrukken, en daardoor tot een diepe inkeer in het eigen hart om zich daar volledig te concentreren op de gesteldheden en zwakheden van het eigen wezen, en op datgene wat God van het eigen leven verwacht. Na Zijn verblijf in de woestijn begaf Jezus Zich naar een bruiloft te Kana, op dewelke ook Zijn Moeder Maria was uitgenodigd. Het Doopsel van Jezus wordt herdacht op de derde zondag na Kerstmis. De Hemelse Meesteres vraagt dat de bruiloft te Kana zes weken na het Doopsel van Jezus (dus veertig plus een paar extra dagen na het Doopsel in de Jordaan) zou worden herdacht.

Op de bruiloft te Kana zou Maria voor het eerst te voorschijn treden als de Middelares van Genaden. Behalve zes weken na het Doopsel van Jezus wordt Maria’s rol als de Middelares eveneens herdacht op 31 augustus.

Het was voor de Missie van de Christus nog niet voorzien dat Hij Zich te Kana zou openbaren als wonderdoener. Niettemin deed Hij precies dát, op aansporing van Zijn Moeder: Op Haar verzoek veranderde Hij water in wijn. De Heilige Maagd toonde hier dat Zij de macht had om God ertoe aan te zetten om Zijn 'voorziene' Plan en Werk te vervroegen. Het wonder te Kana staat overigens symbool voor de omzetting van het water van de beproevingen in de wijn van Goddelijk Leven. Maria werd hierdoor te Kana de Middelares van Genaden met de macht om beproevingen van zielen te helpen veranderen in Goddelijk Leven voor de zielen.

Gods Werken en Plannen zijn absoluut onfeilbaar, en gebaseerd op een absoluut volmaakte Wijsheid. Geen enkele mensenziel is in staat om Werken en Plannen van de onfeilbare God zo drastisch te beïnvloeden. God heeft derhalve te Kana niet alleen de Goddelijke natuur van de Christus aangetoond, doch eveneens het feit dat Hij de Moeder van Zijn Goddelijke Zoon een onvergelijkbare macht had gegeven. Te Kana toonde de almachtige God Zijn Goddelijke Zoon als gehoorzaam aan een mensenziel, en toonde Hij hierdoor tevens dat Hij deze mensenziel erkende als een oppermachtige Brug tussen mensenzielen en hun noden enerzijds, en hun God.

Te Kana werd voor de zielen van alle tijden duidelijk gemaakt dat zij terecht kunnen vertrouwen op de grenzeloze invloed van Maria bij God wanneer zij hun noden en beproevingen aan Haar toevertrouwen. Zij bezit de Liefde om deze beproevingen en noden te willen lenigen, en de macht om hen te kunnen lenigen. God blijft niet doof voor de woorden van een ziel die zichzelf en eigen noden totaal achterop stelt bij de noden van medeschepselen, en die Hem deze voorlegt met een volkomen zuiver hart dat vervuld is van het oprechte verlangen dat het welzijn van deze medeschepselen moge worden vergroot, niet opdat deze schepselen de tussenkomende ziel dankbaar zouden zijn doch opdat zij zich zouden kunnen verheugen over Gods Liefde en grootheid. Maria beschouwde deze gesteldheid precies als de hele zin van Haar leven. Daarom kan God Haar absoluut niets weigeren: Haar Wil is voor Hem van het grootste belang, want Haar Wil is identiek met de Zijne, en is daarom zoals een magneet die Gods tussenkomst in Zijn Schepping aantrekt met een macht die zelfs voor Hem, de Almachtige, onweerstaanbaar is, omdat Hij de absolute, grenzeloze en onfeilbare Eeuwige Liefde is.


Mijlpaal nr. 12. Maria als Medeverlosseres

De Heilige Maagd vraagt dat Zij in deze hoedanigheid zou worden herdacht op Paaszaterdag, de dag tussen Goede Vrijdag en Verrijzeniszondag, de dag waarop de Smart over de Kruisdood van de Messias zijn toppunt bereikte.

Maria’s hoedanigheid als Medeverlosseres is in de loop der jaren reeds fel aangevallen geweest. Kritiek op deze hoedanigheid is uiterst beschamend, vooral wanneer deze kritiek komt uit de monden van zielen die zichzelf als christenen beschouwen. Elke kritiek op deze hoedanigheid is een toegeving aan een bekoring die wordt ingegeven door een enorme vrees in de satan en in alle krachten der duisternis. Veel zielen vrezen dat de erkenning van Maria als Medeverlosseres neerkomt op een soort lastering aan God, want dat Maria daardoor zou worden gelijkgesteld met de Goddelijke Verlosser. De Hemelse Koningin wijst erop dat deze visie een gevaarlijke dwaalredenering is. Zij verklaart Haar stelling als volgt:

Vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis had God Maria voorzien als een Tabernakel dat, op voorwaarde van Haar volharding in een volkomen zondeloos leven, klaar en geschikt zou zijn om de Christus, de Goddelijke God-Mens, de Messias en Verlosser in Zich te dragen en Hem te baren in een menselijk lichaam dat was voorbestemd om via een alomvattende waaier van beproevingen en kruisen de Verlossing klaar te stellen voor elke mensenziel die spontaan en vrijwillig bereid zou zijn om haar wil te laten versmelten met de Wil van God Zelf. Maria maakte Gods verwachtingen helemaal waar, en kreeg daarom het unieke voorrecht van een uiterst verregaande versmelting van Haar emotionele, geestelijke en zelfs lichamelijke gewaarwordingen met deze van de God-Mens Zelf. Elk detail van de innerlijke gewaarwordingen van de God-Mens werd tevens in het Hart van Maria ontsloten, omdat Zij in staat moest zijn om in vertegenwoordiging van alle geschapen mensenzielen in Haar hele innerlijke leven in een staat van ononderbroken bruiloft te verkeren met God Zelf. God schonk Haar dit unieke voorrecht op grond van Zijn onfeilbaar oordeel om een welbepaalde reden en met een welbepaalde zin:

God heeft van meet af aan gewild dat al Zijn Werken en Plannen slechts volkomen ontsloten zouden worden (dit wil zeggen: dat deze zich slechts ten volle concreet zouden kunnen uitwerken) in de mate waarin deze hun volmaakte weerklank zouden vinden in de harten der mensenzielen. Dit kan slechts het geval zijn in mensenzielen die een zodanige graad van zuiverheid nastreven dat zij daadwerkelijk willen wat God wil, in volkomen zelfverloochening en zonder enig detail van hun doen en laten en van hun innerlijke leven te laten leiden door eigenbelang. Buiten Maria heeft geen enkele mensenziel in de geschiedenis van de Schepping ooit zo totaal aan deze Goddelijke verwachting voldaan. Geen enkel hart buiten dat van Maria was ooit zo volmaakt, zo totaal en zo ongeremd geopend en op God afgestemd, dat het klaar was om elke gewaarwording, elk verlangen, elke pijn, enzovoort, die leefden in het Hart van de God-Mens, onbelemmerd in zich te laten overvloeien en elke van deze gewaarwordingen ook zelf mee te dragen zonder ook maar één ogenblik lang te verlangen om van alle ermee gepaard gaande pijnen verlost te worden.

Het Hart van Maria heeft onmetelijk diep geleden onder de talloze gebeurtenissen, situaties en contacten vervuld van duisternis, door dewelke de Christus gedurende Zijn leven op aarde heeft geleden. Geen mensenziel kan de diepgang peilen van Maria’s innerlijke leven en van Haar eenheid met het Hart van Haar Goddelijke Zoon. Om deze reden heeft de satan het niet moeilijk om mensenzielen te inspireren tot een volslagen misplaatste interpretatie van de realiteit van Haar hoedanigheid als Medeverlosseres.

De Hemelse Meesteres stelt klaar en duidelijk: Zij is in de diepste zin van het woord de Medeverlosseres naast Christus (of 'met' Christus) omdat God Zelf dit zo heeft gewild. Dit betekent niet dat een geschapen mensenziel wordt gelijkgesteld met de Goddelijke Messias, doch dat deze ziel met de volheid van haar leven en van haar wezen aan alle Verlossingswerken van de Messias deel heeft mogen hebben en dit ook van harte en onvoorwaardelijk heeft gedaan. Maria heeft aan dit Goddelijk verlangen ten volle voldaan, zodat Haar persoonlijke inzet voor Gods Werken en Plannen, en de vrijwillige totale versmelting van Haar menselijke vrije wil met de Wil van God, Haar het voorrecht heeft verleend van een ongeëvenaard verregaande versmelting van Haar innerlijke leven met de gewaarwordingen van de Christus.

Maria was spiritueel zo hoog ontwikkeld dat Zij in zeer hoge mate alles aanvoelde wat in medeschepselen omging, zowel emotioneel als geestelijk als lichamelijk. Reeds tijdens de prille jeugd van de kleine Jezus voelde Zij in Haar lichaam elke pijn die Hijzelf moest ervaren toen Hij zich tijdens spel bezeerde. In de dagen van de Passie werd dit unieke vermogen in Haar in de volheid ontsloten, tot en met het absolute toppunt waarop Zij, toen Jezus het lichamelijke leven verliet, gedurende een ogenblik een hartstilstand leed (wat voor alle mensenzielen verborgen bleef – alles wat zich gedurende de Passie in het Hart, de Ziel en het Lichaam van de Moeder Gods voltrok, was slechts aan God en aan de engelen bekend; dit alles ligt in Goddelijk Mysterie besloten). Mensenzielen kunnen daarom helemaal niet oordelen dat Maria geen Medeverlosseres kan zijn: Geen enkele mensenziel kent de volle toedracht en omvang van de beproevingen en de mystieke eenheid met de Christus die Zij reeds alleen gedurende die uren heeft ervaren.

Zo ook, aldus verklaarde Maria ooit aan Myriam, is het nooit algemeen bekend gemaakt (omdat Zijzelf dit met klem heeft verhinderd teneinde de Christus in het volle Licht te laten blijven in plaats van Haar eigen rol in het Verlossingsplan te belichten) dat Zij ook in Haar Lichaam intens leed tijdens de uren van de Passie van Jezus: Op onzichtbare wijze moest Zij in Haar eigen Lichaam de elementen van het Lijden van de Verlosser ervaren, voor zover God dit toestond en voor zover Zij dit lichamelijk kon dragen.

Om deze reden is het beschamend dat veel zielen niet willen aannemen dat Maria in de ware zin van het woord Medeverlosseres is. Zij benadrukt dat dit niet wil zeggen dat Zij het Lijden van de God-Mens in de schaduw zou stellen, noch dat Zij Zichzelf op dezelfde hoogte van de Verlosser stelt, doch louter en alleen dat God Zelf verlangt dat de mensheid zou weten, erkennen en aanvaarden welke unieke rol Maria heeft gespeeld in de 'bekrachtiging' (in vertegenwoordiging van alle mensenzielen) van de Verlossingswerken, en om welke reden. Zij heeft met Haar hele leven getuigenis afgelegd van een uiterst verregaande eenheid met Haar Goddelijke Zoon, en heeft zelfs uit ongeëvenaarde nederigheid alles in het werk gesteld dat geen mensenziel iets van deze eenheid met de God-Mens zou kunnen vaststellen.

Precies dit laatste heeft de satan in staat gesteld om de mensenzielen op grote schaal in protest te brengen tegen de erkenning van Maria als Medeverlosseres met de drogredenering dat een dergelijke erkenning godslasterlijk zou zijn. Integendeel is het gebrek aan erkenning van deze hoedanigheid voor God een grote kwelling, en voor de satan een buitenkans om zielen op te zetten tegen de erkenning van de unieke grootheid van Maria als geschapen mensenziel en als bron van verpletterende macht over hemzelf en zijn werken en plannen van duisternis.

Reeds jaren geleden verklaarde de Meesteres van alle zielen aan Myriam dat de satan alles in het werk stelt om zielen op te zetten tegen de erkenning van grote attributen van Haar grenzeloze macht (deze als Meesteres van alle zielen, als Medeverlosseres en andere) uit immense vrees dat de grootschalige erkenning van deze attributen zijn invloed in de Schepping fataal zou verbrijzelen. Elk verzet tegen Maria’s hoedanigheden als Meesteres van alle zielen en als Medeverlosseres is daarom een toegeving aan een bekoring via dewelke de satan tracht te verhinderen dat Maria Haar grenzeloze macht ten volle over hem zou kunnen uitoefenen. Mogen de zielen dit ten volle begrijpen, en geen gevolg meer geven aan bekoringen om zich te verzetten tegen de erkenning van de macht, verhevenheid en Glorie van Maria.


Mijlpaal nr. 13. Maria als Voorspreekster

De Heilige Maagd vroeg ooit dat Zij als Voorspreekster bij God zou worden herdacht op 2 november, de dag van Allerzielen.

Gods oordeel over het doen en laten en het hele innerlijke leven van een mensenziel (tot en met elk detail dat voor de omgeving van de ziel verborgen blijft) is absoluut en onherroepelijk volmaakt. Niettemin heeft Hij voorzien dat een mensenziel ten gunste van een andere ziel bij Hem kan 'voorspreken'. De Heilige Maagd verklaarde ooit dat Haar Voorspraak niet moet worden beschouwd als een opsomming van alles wat een ziel aan goeds heeft gedaan (want God weet dit Zelf ook wel), noch als een soort pleidooi om strafvermindering te bekomen voor de schulden die de ziel tijdens haar leven jegens God en haar medeschepselen heeft verzameld, doch als een soort bekleding van het gebrek aan Liefde bij een ziel met Haar eigen absoluut volmaakte Liefde, zodat aan God een vorm van compensatie wordt geboden voor datgene wat de ziel Hem niet kan geven.

De Voorspraak uit een Hart dat een Vuuroven van volmaakte Liefde is, komt hierop neer, dat de Voorspreekster (Maria) een toorts van laaiend vuur in de relatieve duisternis van een ziel werpt, waardoor in deze ziel een Licht en warmte worden ontstoken, die deze ziel ertoe aansporen om nog tijdens het levensoordeel de volheid van haar kleinheid en onvolkomenheid te zien en openlijk jegens God te belijden. Maria’s Voorspraak is dus niet zozeer een zaak van wegnemen van schulden, doch eerder een intense aansporing aan de ziel opdat deze uit eigen beweging, met de machtige ondersteuning van de heiligste van alle mensenzielen van alle tijden, jegens God nog goedmakende Liefde moge kunnen opbrengen. Voorspraak is dus als het ware een wapen dat Maria ter beschikking stelt, doch waarvan de ziel vrijwillig al dan niet gebruik kan maken om iets van haar schulden goed te maken.

Elke ziel kan bij God voorspreken ten gunste van een medemens, doch geen enkele ziel bezit dezelfde macht als Maria om dit op een volmaakt doeltreffende wijze te doen, omdat elk woord en elke hartsbeweging van de Heilige Maagd in de ogen van God absoluut volmaakt zijn en door Hem worden beschouwd als in volkomen harmonie met Zijn Wil. Daarom geldt de Voorspraak van de Heilige Maagd tijdens het levensoordeel over een ziel na haar overgang van deze wereld naar de Troon van de almachtige God als onbegrensd machtig: God aanvaardt elk verlangen van de Heilige Maagd als een uiting van Zijn eigen Wil, omdat Hij weet dat al Haar verlangens voor honderd procent zijn gericht op de vervulling van Zijn Werken en Plannen.

In Haar hoedanigheid als de grote Voorspreekster is de Heilige Maagd een machtige brug van Liefde in elke situatie in dewelke zielen als het ware de weg naar Gods Hart niet uit eigen kracht kunnen voltooien omdat het hun hart aan zuiver Licht ontbreekt. Haar Voorspraak zoekt elke onvoltooide weg te voltooien, elke kloof te overbruggen teneinde de ziel in staat te stellen om haar reis naar de andere oever te voltooien, waar God op haar wacht. Om haar voorspraak waarlijk vruchtbaar en daardoor tot een dodelijk wapen tegen de duisternis te maken, moet de ziel zich volkomen ontvankelijk maken voor een onbelemmerde samenwerking met Maria. De ziel kan dit slechts doen in de mate waarin zij haar hartsgesteldheid één maakt met deze van Maria, die op hun beurt identiek is met deze van Christus Zelf.


Mijlpaal nr. 14. Tenhemelopneming van Maria met ziel en lichaam

Op grond van Haar absoluut vlekkeloze leven op aarde kreeg Maria na de vervulling van Haar levensopdracht van God het unieke voorrecht, rechtstreeks in de Hemel te worden opgenomen met Ziel én Lichaam. Dit wordt herdacht op 15 augustus.

Elke mensenziel wordt na voltooiing van haar leven op aarde bij de Troon van God onderworpen aan een levensoordeel vanwege de almachtige en absoluut onfeilbare Eeuwige Rechter. Dit oordeel bepaalt wat onmiddellijk daarna met de ziel gebeurt: Is zij klaar voor haar intrede in het Rijk der Hemelen, of moet haar ziel gedurende een bepaalde tijd worden gelouterd van elke onzuiverheid die op haar rust vanwege de ogenblikken tijdens dewelke haar leven geen getuige was van absoluut volkomen Liefde voor God, voor Zijn Werken en Plannen, voor de Schepping en voor al haar medeschepselen, of is de ziel zo zwaar beladen met schuld jegens de Goddelijke Wet van de Ware Liefde dat zij zichzelf voor eeuwig verdoemt?

Maria echter, werd van dit oordeel vrijgesteld, omdat God Haar hele aardse leven lang had kunnen vaststellen dat Haar ziel in elk detail van haar doen en laten, van al haar innerlijke gesteldheden (gevoelens, gedachten, verlangens, bestrevingen, reacties op situaties, en de algemene gezindheid van Haar Hart) én in elke ontmoeting met om het even welk medeschepsel Zijn Wet op absoluut volmaakte wijze had vervuld. Haar ziel was daardoor klaar voor een onmiddellijke intrede in het Paradijs van de absoluut volmaakte Liefde. De Meesteres van alle zielen zei ooit aan Myriam dat de meeste mensenzielen niet klaar zijn voor een onmiddellijke intrede in de Hemel omdat zij "het absoluut volmaakte Vuur van de Liefde van de Eeuwige Zomer niet zouden verdragen, doch in dit Vuur zouden worden verschroeid". Haar Hart echter, was zo volmaakt in harmonie met de Eeuwige Liefde, zo totaal versmolten met het Hart van de Eeuwige Liefde Zelf, dat Zij onmiddellijk klaar was om het Rijk van de Eeuwige Zomer te betreden, zonder enige noodzaak van zuivering om deze harmonie tot stand te brengen alvorens in de Hemel binnen te gaan.

Maria werd niet slechts in de Hemel toegelaten als ziel, doch zelfs als lichaam, omdat zelfs Haar Lichaam een Tabernakel van absolute heiligheid was, in hetwelk de Christus, de Zoon van God Zelf, was gedragen om er in een stoffelijk lichaam te worden voorbereid op een geboorte in menselijke gedaante.

Door Maria rechtstreeks in de Hemel op te nemen in de volheid van Haar Wezen, bevestigde God dat Zij de Goddelijke Wet in absolute volmaaktheid had vervuld. Zij werd hierdoor tevens in de volheid de Koningin van de Liefde (omdat Haar totaal zondeloos leven getuigenis aflegde van Haar volmaaktheid in de Liefde, een volmaaktheid die door geen enkele mensenziel ooit is geëvenaard). Bovendien werd hierdoor nogmaals bekrachtigd dat Zij in de volle zin van het woord de Schrik der duivelen is, Diegene Die de satan en zijn gevolg met de grootste vrees vervult omdat Haar levenslange absoluut volmaakte zondeloosheid Haar een eeuwigdurende onoverwinnelijke macht over alle duisternis heeft verleend.

Maria’s hoedanigheid als de Koningin van de Liefde is aangetoond en gerechtvaardigd in diverse geschriften die Zij in de loop der jaren aan Myriam heeft geïnspireerd, onder meer in De onverwelkbare Bloem van Galilea, in Wedergeboorte van het Aards Paradijs en in De Oogst van de Eeuwige Liefde.

Als Koningin van de Liefde was en is Zij tevens absolute Heerseres over alle bekoring tot zonde, want elke bekoring is een inspiratie tot overtreding tegen de Goddelijke Wet van de Liefde. Daar Maria nooit heeft gezondigd, heeft Zij nooit toegegeven aan om het even welke bekoring. Het feit dat Zij onbevlekt ontvangen was, betekent in geen geval dat Maria nooit werd bekoord, integendeel. Zij verklaarde meermaals aan Myriam hoe zwaar en veelvuldig Zij tijdens Haar leven op aarde door duivels is aangevallen, die Haar onder meer vaak trachtten te bekoren tot de zonde van de hoogmoed door Haar in te fluisteren hoe machtig Zij was.

Maria’s opname in de Hemel met Ziel en Lichaam was een bevestiging, van God uit, jegens alle bewoners van het Hemels Rijk, dat Zij een absoluut unieke mensenziel was. Deze opname was de rechtstreekse voorbode van de absolute bekroning van Gods houding jegens Maria, zoals blijkt uit de volgende mijlpaal:


Mijlpaal nr. 15. Kroning van Maria tot Koningin en Meesteres van alle schepselen

Op 22 augustus, zeven dagen na de gedachtenis aan Maria’s Opneming ten Hemel, wordt herdacht hoe God Haar voor eeuwig kroonde tot Koningin van Hemel en aarde. In 2006 richtte de Heilige Maagd via Myriam tot de zielen het verzoek om Haar op die dag eveneens te erkennen en te gedenken als de Meesteres van alle zielen.

In de periode 2006-2007 verleende de Koningin van Hemel en aarde de zielen via Myriam een buitengewone kijk op het unieke gebeuren onmiddellijk na Haar Opneming ten Hemel: zie De Allerheiligste Drievuldigheid over Maria.

De Openbaringen in de bovenvermelde compilatie geven ten volle uitdrukking aan de unieke verhevenheid, macht en Glorie van de Heilige Maagd zoals God Zelf deze had voorzien en deze onder meer tijdens Haar Kroning in de Hemel onder woorden bracht. De betreffende woorden bevatten de grootste bevestiging van Haar onoverwinnelijke macht over alle duisternis.

 

Hieronder volgen diverse verlinkingen naar veelzeggende teksten in dewelke de unieke macht, verhevenheid en Glorie van de Heilige Maagd Maria en Haar unieke rol en positie binnen de ontwikkeling en ontsluiting van Gods Heilsplan uitvoerig en diepgaand worden behandeld.

Openbaring over de unieke macht en verhevenheid van de Koningin des Hemels (Speciale Openbaring uit 2023)

Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel (Speciale Openbaring uit 2007)

De machtige voet van de Vrouw (Speciale Openbaring uit 2020)

Het miskende Licht (Onderrichting uit 2022)

Basisvisoen van de Meesteres van alle zielen (Onderrichting uit 2022)

De volgende boeken bevatten veel materiaal dat de unieke macht, verhevenheid en Glorie van de Heilige Maagd aantoont en onderstreept:

Edelstenen der Genade (Onderrichting uit 2010)

Sluier van Goud (Onderrichting uit 2014)

De Dageraad van Gods Rijk op aarde (Onderrichting uit 2008)

De volgende verlinking verwijst naar een aantal uiterst krachtige gebeden die de Meesteres van alle zielen in de loop der jaren aan Myriam heeft geïnspireerd met de bedoeling, Haar unieke macht over de duisternis in deze wereld te helpen ontsluiten. Laten wij ons aan elkaar sluiten tot een machtig leger in dienst van de Meesteres van alle zielen om onder Haar leiding de duisternis voorgoed te helpen verlammen en de effecten van de talloze werken van duisternis, ellende, leed, chaos, ongerechtigheid en ongeluk in de wereld definitief uit de wereld te helpen verbannen. Ziehier een aantal machtige wapens in de vorm van unieke gebeden tot ontsluiting van de macht en verhevenheid van Maria, de Heilige Maagd, Moeder van de Christus en de door God voorziene Vrouw:

Ontsluiting van de macht van Maria tot bespoediging van de Komst van Gods Rijk op aarde (Gebedscategorie)

In dienst van de Meesteres van alle zielen, tot verplettering van de duisternis en al haar werken en plannen in de wereld, en tot bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde,
Myriam, juli 2024.

Tot steun om actiever en bewuster te kunnen bijdragen tot het activeren van Maria’s macht over alle krachten van duisternis en over alle werken en plannen die de duisternis in deze wereld laat vaststellen, volgt hier een kort

chronologisch overzicht
van de dagen in de loop van het jaar die het meest uitdrukking geven aan
de vijftien grote mijlpalen die de Meesteres van alle zielen
in deze onderrichting heeft geïnspireerd:

1 januari:
Moederschap van Maria over Christus de God-Mens (mijlpaal 7)

2 februari:
Opdracht van het Kind Jezus in de tempel (mijlpaal 8)

3 februari:
Vlucht met het Jezuskind naar Egypte (mijlpaal 9)

zes weken na Doopsel van Jezus:
Bruiloft te Kana (mijlpaal 11)

25 maart:
Boodschap van Aartsengel Gabriël aan Maria (mijlpaal 6)

Paaszaterdag:
Maria als Medeverlosseres (mijlpaal 12)

drie dagen na Paaszondag:
Terugvinding van Jezus in de tempel (mijlpaal 10)

15 augustus:
Tenhemelopneming van Maria met Lichaam en Ziel (mijlpaal 14)

22 augustus:
Kroning van Maria tot Koningin en Meesteres (mijlpaal 15)

31 augustus:
Maria als Middelares van Genaden (mijlpaal 11)

8 september:
Geboorte van Maria (mijlpaal 3)

12 september:
De Naam 'Maria' of 'Myriam'/'Mirjam' (mijlpaal 4)

31 oktober:
Maria Koningin van het Goddelijk Licht (mijlpaal 8)

2 november:
Allerzielen, Maria als Voorspreekster (mijlpaal 13)

21 november:
Opdracht van het Kind Maria in de tempel (mijlpaal 5)

zaterdag vóór de 1e zondag van de Advent:
Maria als de Koningin-Moeder (mijlpaal 7)

zaterdag voorafgaand aan 8 december:
Maria als de Vrouw (mijlpaal 1)

8 december:
Maria als de Onbevlekte Ontvangenis (mijlpaal 2)

25 december:
Moederschap van Maria over Christus de God-Mens (mijlpaal 7)